De ski van Digervarden is een van de meest fascinerende archeologische vondsten uit de ijzertijd. De vondst biedt een uniek inzicht in de jacht en het overleven in het extreme klimaat van Noorwegen.
In de afgelegen hoogten van de Noorse bergen, die al duizenden jaren door ijs worden gedomineerd, heeft de archeologie een onverwachte bondgenoot gevonden in de klimaatverandering. Door de dooi als gevolg van de stijgende temperaturen op aarde zijn tal van oude voorwerpen uit de gletsjers tevoorschijn gekomen. Een van de meest opmerkelijke vondsten op dit gebied is een paar ski’s uit de ijzertijd in de regio Digervarden, in de provincie Oppland, Noorwegen. Deze ski’s, die dateren uit de 7e tot 9e eeuw na Christus, zijn naar schatting de oudste die in bijna ongeschonden staat zijn bewaard gebleven. Hun vondst biedt een fascinerend inzicht in de transport-, jacht- en overlevingstechnieken in een extreme bergomgeving.
De vondst in Digervarden: een relikwie uit de ijzertijd
Een ontdekking op meer dan 1700 meter hoogte
De skis werden in 2014 ontdekt toen archeologen van het Glacier Archaeology-programma, in samenwerking met het Cultuurhistorisch Museum van Oslo, de onderrand van een ijsvlakte op de berg Digervarden onderzochten. Op 1780 meter boven zeeniveau werd een complete ski van berkenhout gevonden, die in een verbazingwekkend goede staat verkeerde. Radiokoolstofdatering wees uit dat de ski tussen 663 en 859 n.Chr., in de late ijzertijd, was gemaakt.
Een geavanceerd ontwerp
Deze ski is 170 cm lang en 14,7 cm breed en heeft een karakteristiek ontwerp dat overeenkomt met het type C1 van Ernst Manker: hij heeft een verhoogd voetplatform en een horizontaal gat voor de bevestiging van de skischoen. Het voorste uiteinde is weliswaar vervormd door de druk van het ijs in de loop der tijd, maar is naar boven gebogen. Het stuk heeft bovendien een klein gaatje in de punt, dat mogelijk diende om een touw doorheen te halen voor transport of om de ski te sturen.
Een van de meest uitzonderlijke aspecten van de vondst is de gedeeltelijke bewaring van het bevestigingssysteem. De ski vertoont nog resten van flexibele takken en leren stroken die zowel aan de punt als aan de hiel werden bevestigd. Dit type bevestiging, dat gebruikelijk was bij ski’s uit veel recentere periodes, wijst op een vroege evolutie naar bevestigingstechnieken die meer controle en efficiëntie tijdens het verplaatsen in de sneeuw mogelijk maakten.
Een functioneel stuk: tests en reconstructie
Dankzij de vondst van de ski van Digervarden konden experts een replica maken die getrouw is aan het origineel. In 2015 testte de traditionele skiër Ma Liqin, afkomstig uit het Altajgebergte – een regio waar nog steeds soortgelijke handgemaakte ski’s worden gebruikt – deze replica in dezelfde Noorse omgeving. Hij bevestigde dat ze weliswaar functioneel waren, maar zonder een bekleding van huid slechts beperkte controle boden tijdens afdalingen. Deze observatie suggereert dat de originele ski’s mogelijk met huid waren bekleed om de tractie te verbeteren en de snelheid te controleren. Er werden echter geen gaten gevonden waar een dergelijke bekleding aan vastgenaaid had kunnen worden.
Technologie en culturele context van oude ski’s
De gevonden ski’s hadden een praktische functie. Ze werden gebruikt voor de jacht en voor vervoer over besneeuwd terrein. Met name de Digervarden vormde een natuurlijke migratieroute voor rendieren. De ski werd dan ook gevonden in de buurt van een reeks jachtverstoppen, wat de hypothese versterkt dat hij werd gebruikt tijdens de jacht in de winter.
Naast de ski van Digervarden heeft de gletsjer van Lendbreen nog een andere opmerkelijke vondst opgeleverd: de fragmenten van een nog oudere ski of sneeuwschoen, gedateerd tussen 791 en 540 v.Chr. Hoewel onvolledig, hebben onderzoekers gesuggereerd dat er een leren voering aan de onderkant zat, wat te zien is aan de gaatjes aan de randen en het ontbreken van slijtage aan de onderkant. Het stuk zou daarmee het oudste gedocumenteerde bewijs van dit soort technologie in Noordse ski’s zijn.
Vanwege de korte, brede vorm en het ontbreken van een verhoogde punt, hebben archeologen gediscussieerd of het echt om een ski of een sneeuwschoen gaat. Hoe dan ook, de vondst in een bergpas wijst erop dat het in de bronstijd in de winter gebruikt zou kunnen zijn om besneeuwde gebieden over te steken.
Door ijs bewaarde voorwerpen: archeologische tijdcapsules
Gletsjerarcheologie
De ontdekking van de ski van Digervarden past in het groeiende gebied van de gletsjerarcheologie, een discipline die is ontstaan als direct gevolg van de dooi door de klimaatverandering. In plaatsen als Oppland, waar de afstanden tussen bewoonde valleien en bevroren bergen minimaal zijn, heeft het terugtrekken van het ijs meer dan 2000 voorwerpen blootgelegd, waardoor deze regio een van de rijkste ter wereld is geworden wat betreft vondsten van dit type.
Eeuwenlang heeft het ijs op natuurlijke wijze organisch materiaal geconserveerd dat anders zou zijn vergaan. Van kledingresten en gereedschap tot wapens, voedsel en zelfs menselijke lichamen: deze voorwerpen bieden een uniek kijkje in het dagelijks leven van vroeger. Aangezien de voorwerpen die in het ijs worden gevonden meestal artefacten zijn die tijdens het gebruik zijn verloren en niet ceremonieel of opzettelijk zijn achtergelaten, biedt de studie ervan een directe context voor de dagelijkse praktijken van volkeren uit de oudheid.
De noodzaak van noodmaatregelen
Tegelijkertijd brengt de snelle ontdooiing dit erfgoed in gevaar door de plotselinge blootstelling aan zuurstof en bacteriën. Deze kwetsbaarheid dwingt archeologen om snel te handelen voordat de materialen bederven. Volgens UNESCO is het aantal voorwerpen dat op gletsjers wordt gevonden de afgelopen jaren exponentieel toegenomen, maar veel ervan gaan verloren of bederven voordat ze kunnen worden geborgen.
Deze situatie heeft geleid tot de oprichting van permanente programma’s voor gletsjerarcheologie in regio’s als Oppland. Daar patrouilleren multidisciplinaire teams tijdens de korte zomermaanden in de smeltgebieden om artefacten te identificeren en te bergen voordat ze onherstelbaar worden aangetast.
De toekomst van voorwerpen die uit het ijs worden teruggevonden
De vondst van de ski’s van Digervarden is een van de oudste en meest complete materiële bewijzen van het gebruik van ski’s in de Europese ijzertijd. Naast het voorwerp zelf biedt deze ontdekking waardevolle informatie over mobiliteits-, overlevings- en jachtstrategieën in vijandige berglandschappen en verrijkt het ons begrip van de vindingrijkheid van de mens in het licht van natuurlijke uitdagingen.